Gealarmeerd als ik was door een gesprek over de gevreesde verdringing op de arbeidsmarkt van intellectualiteit door kunstmatige intelligentie, spitsten zich al mijn zintuigen toen mijn oog viel op een artikel in de krant over de toekomstige inzet van robotica in de zorg. Zou ook mijn baan reeds op de tocht staan? Misschien nog wel eerder dan die van de filosofen? Of is het juist de bedoeling die eerst de stad uit te jagen (zoals de Romeinen in 161 voor Christus dat deden) om vrij baan te maken voor de zorgrobot? Ach, denk ik, de managers en directeuren in mijn organisatie zijn nog helemaal in de ban van tablets en smartphones, dus het zal zo’n vaart niet lopen met die innovatie. Aan het slot van het artikel kreeg ik evenwel al een beetje kippenvel:
Maar er klinkt ook andere kritiek op het congres in Nijmegen. Hebben zieke of oude mensen niet een ‘warme hand’ nodig in plaats van een kille robotarm? Hoogleraar Maarten Steinbuch beantwoordt deze vraag met een wedervraag: „Stelt u zich eens voor dat het 2040 is. Dan is 25 procent van de mensen in Nederland ouder dan tachtig. Wat moeten we dan doen? Deze mensen laten vereenzamen, of zorgen dat er in hun huiskamers robots zijn die meelopen en extra zorg en communicatie mogelijk maken? Ik denk dat we geen keuze hebben. We knuffelen straks met aangeklede elektronica.”
Wacht even, in 2040 ben ik 84 jaar oud. Als ik dat haal, dan hoef ik niet meer voor mijn baan te vrezen, maar des te meer voor een oude dag in uiterste vervreemding doorgebracht. Een rondje surfen over het internet is niet erg geruststellend. Integendeel, vier pagina’s met google-hits op ‘zorgrobot’ leveren al een klein dozijn namen van prototypes op: Eva, Amigo, Rose, Florence, Charlie, Giraffe, Alice, Robin, Alfred, Zora en Bobby. Zorgverzekeraar CZ heeft een half miljoen euro geïnvesteerd in zorgrobot Rose. Ik voel nattigheid: Es ist bezahlt, es soll herunter.
Nu is er nog wel discussie over hoe menselijk het gezicht van zorgrobots zou moeten zijn en hoe aaibaar het ‘lijf’, maar aan sociaal-emotionele intelligentie wordt al jarenlang ijverig gesleuteld. Als het om kinderen en dementerende bejaarden gaat, is men er al uit. Voor laatstgenoemden is er het Japanse robotzeehondje Paro, dat al in Oegstgeest is gesignaleerd:
“Deze therapeutische robotzeehondje maakt een vreugdevol en kirrend geluid en knippert met de ogen wanneer het geaait of geknuffeld wordt.
De knuffelrobot die € 4000 kost, wordt ingezet bij kinderen en ouderen en heeft een rustgevende werking.”
Voor kinderen is er Probo, ontwikkeld door de Vrije Universiteit van Brussel.
“De groen beslurfde robot kan met behulp van twintig motoren verschillende emoties tonen, aldus de onderzoekers.”
Afgezien van de gevolgen van dit alles voor de arbeidsmarkt zie ik ook een schaduw vallen over het lot van onze huisdieren. Veiligheidsoverwegingen die zullen leiden tot het ‘uitbannen’ van katten, honden en konijnen liggen direct om de hoek.
Maar goed, nog even terug naar de man die meent dat we geen keus hebben:
En als hij de keuze wel zou hebben? Dan heeft hij natuurlijk liever een mens, bekent de hoogleraar. „Mag ik dan ook kiezen wat voor mens? Dat lijkt me wel belangrijk.” De zaal stemt toe. Steinbuch: „Dan kies ik voor een blonde. Met mooie lippenstift.”
Dit soort kieskeurigheid kom ik in mijn dagelijks werk als verzorgende gelukkig maar zelden tegen. Ik zou meneer beleefd, maar ook een tikje vilein doorverwijzen naar www.TrueCompanion.com.
[…] oplossing gekozen: het hondje is geëuthanaseerd en mevrouw M. heeft ter vervanging een Japans robotzeehondje gekregen. “Wij nemen het probleem van de vereenzaming heel serieus. Vierduizend euro lijkt […]