Feeds:
Berichten
Reacties

Schuldgevoelens

*

Terwijl de echte oorlog tussen Israël en Hamas zich voortsleept in Gaza, woedt wereldwijd een andere oorlog, die zich steeds verder van de werkelijkheid los lijkt te zingen. Een oorlog in de “hearts and minds” van mensen, uitgevochten in taal en vanuit loopgraven van moraal. De wereld wordt er niet beter van, ik zou zeggen integendeel:

Er is geen onderwerp vandaag de dag dat zo de meningen verdeelt, ook in Nederland. Verbroken vriendschappen, heftige woordenwisselingen, of juist het vermijden van gesprekken, volledige spraakverwarring en gebrek aan kennis in de media – alles is beladen deze dagen.

Louise Fresco

Al die tijd breek ik mij het hoofd over de vraag waar die buitensporige interesse voor de oorlog in Gaza op gebaseerd is en wat de reden is voor die alle perken van redelijkheid te buiten gaande verhitting der gemoederen. Men spreekt van verontwaardiging, maar is het dat wel? Is het wel een rechtsgevoel dat gekrenkt wordt door “het geweld van Israël”? Ik denk van niet. Het Midden-Oosten kent veel bloediger oorlogen met veel groter aantallen slachtoffers, die evenwel niet hetzelfde protest oproepen. In de verste verte niet. Waarom nu wel? 

Een mogelijk antwoord begon mij te dagen, toen ik een column van Floor Rusman in NRC las, getiteld Het schuldgevoel staat boven het recht. Rusman postuleert dat in Nederland een schuldgevoel over de Holocaust heerst, dat mensen blind maakt voor onrecht, zodra dat door joden wordt bedreven. “Qui s’excuse, s’accuse,” zei mijn Italiaanse oma vaak. Vervolgens zien we onze columniste worstelen met dat schuldgevoel. Een schimmige worsteling, in mijn ogen, die eindigt in een merkwaardig soort katharsis:

Maar de ‘schuldgevoel boven recht’-regel heeft ernstige gevolgen. Hij zorgt ervoor dat Halsema, die gewoon de wet volgde, nu wordt uitgemaakt voor antisemiet. En, nog vele malen erger: hij faciliteert dat Israël op eigen houtje het internationaal recht aan flarden scheurt, met alle westerse leiders als medeplichtigen.

Lea Dasberg schreef ooit: ”De Holocaust is ons probleem niet, de hele Holocaust is het probleem van de westerse cultuur die zoiets mogelijk heeft gemaakt.” Daar moet de westerse cultuur zelf mee in het reine zien te komen. Het is niet aan de joden of aan Israël om dat voor hen op te lossen. Niet door zich voorbeeldig te gedragen en ook niet door het schuldgevoel te “verzilveren” om steun te mobiliseren voor wat voor oorlog dan ook. Vraagt Israël daarom? Worden westerse leiders daardoor gemotiveerd om Israël te steunen? Ik denk het niet. Volgens mij bestaat dit hele probleem vooral in de hoofden en harten van mensen die graag een goed mens willen zijn, of zelfs “aan de goede kant van de geschiedenis willen staan”.

Hoe zou de oorlog in Gaza eruit zien als die niet werd gezien door de bril van dat schuldgevoel, dat onvermijdelijk vergezeld gaat met de wens zich ervan te ontdoen? Wat als de “critici” het vergrootglas, waarmee zo naarstig wordt gezocht naar schurkenstreken van Israël, eens opzij zouden leggen? Vind er dan nog steeds een “genocide” plaats, of zien zij dan ook dat hier een land zich probeert te verdedigen tegen een terroristische dreiging? Zouden zij dan misschien oog krijgen voor alles wat Israël in deze extreem moeilijke situatie doet om het aantal burgerslachtoffers zo klein mogelijk te houden?

Ik denk echter dat er nog een tweede schuldgevoel is dat de pro-Palestijnse activisten en hun bondgenoten in de media onder ogen zouden moeten zien. Simon Schama wees er al op, enkele dagen na 7 oktober: 

„(…) dat mensen zich willen identificeren met de groep die beschouwd wordt als de onderdrukten. Het idee bestaat dat Joden wit zijn en dat ze daarom noodzakelijkerwijs de onderdrukkers zijn. Dat komt door een Europees en Angelsaksisch schuldgevoel dat zich op deze wijze manifesteert. Het is een gemakkelijke manier voor geprivilegieerde mensen uit de middenklasse om zich te identificeren met de onderdrukten.”

Dit schuldgevoel komt voort uit het koloniale verleden van met name Europa, dat volop bezig is verwerkt te worden. Al enkele decennia bestaat er een tendens in de academische wereld om Israël te definiëren als een koloniaal project. Je daar tegen uitspreken geeft een welkome verlichting van dat postkoloniale schuldgevoel. Zonder er iets voor te hoeven doen sta je als vanzelf aan de goede kant van de geschiedenis. Niet-westerse landen, de VN en heel veel NGO’s maken hier dankbaar gebruik van en staan klaar met hun applaus, waardoor de opbrengst aan positieve emotionele terugkoppeling verder toeneemt. 

Dit krachtenspel van schuldgevoelens is nog lang niet uitgewoed en ik verwacht niet dat de “critici” van Israël anders dan verontwaardigd op deze poging tot duiding zullen reageren. Het is te hopen dat de wereldleiders in het Westen het hoofd koel houden en Israël de rug recht. En dat alle goedwillende mensen zich wat minder zouden bekommeren om de vraag of ze wel aan de goede kant van de geschiedenis staan. Het hart op de goede plek houden is misschien een kansrijker streven.

Klaarheid

*

Een poos geleden sprak ik met vriend Peter over ervaringen van contact met overledenen. Wij weten van elkaar dat wij beiden in het verleden dat soort ervaringen hebben gehad. Ik vertelde hem dat ik evenwel een sterke terughoudendheid voel om me daar bewust in te verdiepen, laat staan activiteiten te ontplooien die erop gericht zijn om een dergelijk contact te bevorderen. Niet omdat het me angst inboezemt, integendeel, wat ik heb beleefd was doorgaans eerder bemoedigend. Dat de Tora het zoeken van contact met zielen in het dodenrijk verbiedt speelt wel een rol, maar daarbij wordt niet gesproken over het weigeren van contact als het je overkomt.

Misschien is mijn schroom dezelfde als die ik voel tegenover het “beoefenen” van mystiek, zoals dat vooral in de Middeleeuwen zowel in joodse als in christelijke kringen gedaan werd. Wat niet wil zeggen dat mystieke ervaringen me vreemd zijn, integendeel, ze behoren tot de meest dierbare van al mijn belevenissen. Van een soort schaamte hierover is trouwens ook geen sprake, net zo min als de neiging om me erop voor te laten staan, hoewel ik me wel een gezegend mens voel met wat me, zij het sporadisch, ten deel valt. Afgelopen week was het weer raak, na een hele lange tijd.

Het was mijn verjaardag en ik had bij de bloemenkraam aan de Beethovenstraat voor mijzelf een bosje donkerblauwe anemonen gekocht. Natuurlijk dacht ik daarbij aan mijn onlangs overleden vriendin Marianne, want het waren ook haar lievelingsbloemen. Terwijl ik naar huis fietste was het opeens alsof zij aan mij “verscheen”, helemaal vrij van alle symptomen van dementie, die haar leven en ons contact de laatste maanden zo bemoeilijkt hadden. Het was onmiddellijk zonneklaar, dat ze mij – zij het zonder woorden – wilde zeggen dat ze “veilig en wel aangekomen was”, en dat het goed met haar ging.

Er was in mij geen enkele twijfel dat dit werkelijk gebeurde, ook al behoort het niet tot de normale orde der dingen. Ook was er heel duidelijk een besef dat dit niet het product van mijn eigen verbeelding of spontane associaties was. Het kwam van elders, niet uit mezelf. En het kwam van haar en was voor mij bedoeld. De uitwerking van deze epifanie was bovenal bevrijdend: alsof er in een klap van alles van me afviel. De melancholische kant van het gemis, de pijn over de moeilijke aspecten van onze omgang met elkaar, de onzekerheid over alles wat ik niet heb kunnen begrijpen, resten van belemmerende verstrengeling: dat alles werd in één lichtflits irrelevant verklaard. Voorbij en afgesloten, los en vrij. Een hartelijk afscheid, waar ik zelf niet de hand in had. Het overkwam me, nee, het werd me gegeven.

Hierbij moet ik onwillekeurig denken aan het paradoxale in het gedicht van Martin Bril hierboven. Daarin spreekt hij wel over een “willen” en over een “kunst”, maar tegelijk is duidelijk dat elke poging om de dingen naar je hand te zetten op niets uit zal lopen. Achter het “zo” in “zo te leven” schuilt geen recept of methode. Niet zoeken, alleen vinden. Dat vinden, al is het maar één keer in je leven, maakt alle schaarste goed.

*

aanleiding: 

Ooit met veel plezier de wetrenschappelijke monografie van Gershom Scholem over Sabbatai Zewi gelezen, dus benieuwd naar wat Kastein ervan maakt.

respons

Ik was meteen mateloos geboeid door zijn authentieke stijl en zijn originele observaties. Zijn versie van het verhaal is eerder sociologisch dan historisch en vertoont ook trekken van de historische roman. In één adem uitgelezen.

citaat: 

Die Nachrichten und ihre Urheber sind nicht immer sehr zuverlässig, und mancher Wunsch wird als Tatsache berichtet. Aber das verschlägt bei dem Zustand der Gemüter nichts. Es genügt etwa ein Brief der Rabbiner von Jerusalem, in dem sie ihrem Glauben Ausdruck geben, daß der Tempel nun bald wieder hergestellt würde. Das ruft unmäßige Freude hervor. Sie veranstalten große Illuminationen. Die Synagogen und jeder Winkel ihres Hauses sind voll von Lichtern.

aantal ezelsoren:

Tien, maar die leveren achteraf niet dezelfde hoeveelheid mogelijke citaten op.

aanzet tot:

Graag meer van Josef Kastein lezen!

Het boek is hier online te lezen.

Leave the World Behind

*

aanleiding: 

Zag het staan in een minibieb en voelde de impuls om eens iets te lezen wat buiten mijn comfort zone ligt.

respons: 

Dat is gelukt! In één adem uitgelezen. Meer ga ik er niet over zeggen. Dit is een cliffhanger.

citaat: 

In the living room, Archie stuffed his feet into his Vans and used his tongue to contemplate the tender empty sockets in his gums. They were soft and pleasant, like the recesses of the human body his own was designed to fit into, something he’d never known firsthand. Could he forgive the universe that denial of his own particular purpose? He wouldn’t get the chance. He opened the back door and went to join his father, went to find his sister.

aantal ezelsoren:

Eén. Zie citaat.

aanzet tot:

Niets. Even volkomen verzadigd.

De Acht Bergen

*

aanleiding: 

Ooit een lovende recensie gelezen; het boek lag voor het grijpen; mijn eigen herinneringen aan de Italiaanse Alpen in 1985 en 1988.

respons: 

In één adem uitgelezen. Net een feel-good movie, hoewel het gaat over heel elementaire tragiek. De menselijke onbeholpenheid in de omgang met elkaar, hun kwetsbaarheid tegenover de onverschillige natuurkrachten, een eeuwig verlangen, eenzaamheid. Het inspireert om van het leven en van de mensen te houden

citaat: 

“Als iemand op grote hoogte gaat wonen, dan is dat omdat ze hem beneden niet met rust laten.”

aantal ezelsoren:

Twee. Het verhaal leverde weinig stof voor mijn innerlijke scheurkalender.

aanzet tot:

Terug naar die bergen, komend jaar in augustus. Dat weet ik nu al.

In ongenade

*

aanleiding: 

Zag het in mijn boekenkast staan. Geen idee hoe het daar was beland.

respons: 

Wat moet een witte, heteroseksuele man van boven de vijftig beginnen met een wereld waarin macht en moraal – een onontwarbare kluwen! – zich tegen hem keren? Hij weigert Eros afvallig te worden, terwijl de seksuele mores aan de universiteit fijngevoeliger worden én hij raakt in de knoop met zijn rol als beschermer van zijn dochter, die zich – na te zijn verkracht – op het platteland van Zuid-Afrika wil handhaven door zich te conformeren aan de primitieve seksuele en sociale verhoudingen die daar na de bevrijding van de apartheid zijn gaan gelden.

citaat: 

‘Het was zo persoonlijk,’ zegt ze. ‘Het werd met zo’n persoonlijk gerichte haat gedaan. Dat verbijsterde me meer dan wat ook. De rest viel … te verwachten. Maar waarom haatten ze me zo? Ik had ze nog nooit gezien.’
Hij wacht op meer, maar er komt voorlopig niets meer. ‘Het was de geschiedenis die uit heb sprak,’ oppert hij te slotte. ‘Een geschiedenis van onrecht. Probeer het zo te bekijken, als dat helpt. Het leek misschien persoonlijk gericht, maar dat was het niet. Het is door de voorvaderen overgedragen.’
‘Dat maakt het er niet gemakkelijker op. De schok wil maar niet overgaan. De schok dat je gehaat wordt, bedoel ik. Met de daad.’

*

Zijn hoofd is een asiel geworden voor oude gedachten die, armoedig en zonder emplooi, nergens anders heen kunnen. Hij zou ze eruit moeten jagen, de tent schoonvegen. Maar dat is hem te veel moeite, of te onbelangrijk.

aantal ezelsoren:

Vier.

aanzet tot:

Meer lezen van Coetzee.

Het Zoutpad

*

aanleiding: 

Het slingerde al een poosje rond bij mij in huis.

respons: 

Wat een heerlijk ongecompliceerd boek over twee sympathieke mensen, die opeens alles kwijt raken en dus niks meer te verliezen hebben. Een vrijheid vol ontberingen. Een droom voor veel mensen, hoewel er maar weinigen zijn die zich eraan wagen.

citaat: 

“Het heeft jullie aangeraakt, jullie stralen het uit: jullie hebben de hand van de natuur gevoeld. Dat raak je nooit meer kwijt; jullie zijn gezouten. Ik ben hier dertig jaar geleden gekomen en nooit meer weggegaan. Ik zwem elke dagen ik wandel veel met de hond. Mensen vechten tegen de elementen, tegen het weer, zeker hier, maar als het je heeft aangeraakt, als je het toelaat, zul je nooit meer hetzelfde zijn. Veel geluk, waar het pad jullie ook brengt.”

aantal ezelsoren:

Twee. De andere optie voor een citaat staat op bladzijde 128. Ga het zelf maar lezen!

aanzet tot:

Wandelen. Dan maar zonder eerst dakloos en chronisch ziek te worden.

Een vierde sfeer

*

Herr: es ist Zeit. Der Sommer war sehr groß.
Leg deinen Schatten auf die Sonnenuhren,
und auf den Fluren laß die Winde los.

Rainer Maria Rilke

*

In memoriam M.

*

Na bijna drie jaar, waarin we veel met elkaar zijn opgetrokken, is het moment gekomen om afscheid te nemen. Nooit meer “tot morgen” of “tot gauw”. Wie ik precies voor haar was is moeilijk te achterhalen. Het noodlot liet haar de werkelijkheid zien als door een caleidoscoop. Daarin werd ik nu eens in stukjes geknipt, dan weer versmolten met anderen. Wie zij voor mij was is ook niet eenvoudig te benoemen. Als ik denk aan de mensen die er voor mij toe doen, dan zie ik drie sferen: het gezin waaruit ik ben voortgekomen, het gezin dat ik zelf heb gesticht, en de vriendschappen waarmee ik gezegend ben. Te midden daarvan heeft zich als het ware een vierde sfeer gevormd, om haar de unieke plek te geven die haar toekwam. Die plek zal zij bij mij innemen zolang ik leef en dat stemt mij boven alles dankbaar.

Dankbaar voor alles wat ze me gegeven heeft vanuit haar overvloedige gastvrijheid en generositeit.

Dankbaar dat ik me zo vaak mocht laven aan de bijzondere sfeer van haar huis.

Dankbaar dat zij haar weergaloze gevoel voor schoonheid met mij heeft willen delen.

Dankbaar voor al die keren dat ik me door haar rake levenswijsheid bemoedigd heb gevoeld.

Dankbaar dat ze mij heeft geïnspireerd door haar even onverwoestbare als bescheiden gevoel van eigenwaarde.

Dankbaar voor de kostelijke momenten waarop ik haar gevoel voor humor zag doorbreken, als de zon door de wolken.

De herinnering aan dat alles en aan haarzelf zal voor mij een bron van zegen blijven.

De Bolle Gogh

*

aanleiding: 

Een impulsaankoop, na lezing van een sympathiek interview met Jaap Cohen in NRC.

respons: 

Een miskoop. Na drie, misschien vier hoofdstukken begon het me te dagen dat deze akelige man zou blijven wie hij was. Tot aan zijn theatrale dood, die in zekere zin wel bij hem paste. Toen heb ik de rest overgeslagen en alleen nog het op één na laatste hoofdstuk gelezen. 

citaat: 

“Aan de overkant van de straat aangekomen, zakte Theo in elkaar. Hij keek zijn belager in de ogen. ‘Genade! Genade!’ riep hij. ‘We kunnen er toch over praten?’
Maar dat was juist het probleem. Met deze man viel niet te praten.

(….)

Rustig liep Bouyeri op Theo af. Toen hij een halve meter voor hem stond, schoot hij zeven of acht keer. Vervolgens gaf hij twee trappen tegen Theo’s lichaam en haalde hij kalm ene kromzwaard uit zijn tas. Hij bracht het wapen naar Theo’s keel en begon geroutineerd te zagen – mogelijk een handeling die hij eerder op schapen had geoefend. Nadat hij zowel Theo’s luchtpijp als zijn slokdarm had doorgezaagd, plantte hij het kromzwaard in Theo’s borst. Daarna haalde Bouyeri een brie uit zijn schoudertas tevoorschijn, die hij met een fileermes in de dikke buik van Theo stak.
Dit was hoe je een rituele slachting uitvoerde. Bouyeri keerde zich om en liep rustig in de richting van het Oosterpark, Theo’s levenloze lichaam op het fietspad achterlatend.”

aantal ezelsoren:

Geen. Gelukkig maar, nu kan ik het nog verkopen.

aanzet tot:

Eens kijken wat Jaap Cohen nog meer heeft geschreven.

Echt eten – een handleiding

*

aanleiding: 

Meegenomen uit een minibieb, ter ondersteuning van vage “goede voornemens”.

respons: 

Te kwezelachtig en oppervlakkig om inspirerend te zijn. 

citaat: 

“Iets eten wat op één poot staat (paddestoelen en planten) is beter dan iets eten wat op twee poten staat (gevogelte), wat weer beter is dan iets eten wat op vierpoten staat (koeien, varkens en andere zoogdieren).”

aantal ezelsoren:

Geen. De impuls ontbrak.

aanzet tot:

Lekker wachten tot de volgende januari met het hernieuwen van “goede voornemens”.